Suriname, een land met vele gezichten

Na de mooie binnenkomst op de rivier en het gastvrije welkom in Waterland is het de volgende dag tijd de boot weer leefbaar te maken. Buiten is alles zout en smerig, her en der nog schubben van een gestrande vliegende vis en restanten van inktvisjes vastgeplakt aan het dek. Ook binnen is het niet meer echt fris. Natuurlijk ruimen we ook tijdens de oversteek de boel zo goed mogelijk op maar doordat de kajuit was omgetoverd tot slaapzaal is het na ruim twee weken een stoffige boel en kan een beetje luchten geen kwaad. Aangezien Lisa zich over 2 dagen bij ons voegt moet ook de voorpunt verder worden leeggemaakt zodat Joris en Lisa ook een comfortabele plek aan boord hebben voor de komende week. De tweede week van hun verblijf in Suriname hebben ze een huisje op het bij de jachthaven behorende resort en zullen we alle spullen weer terug verhuizen. We hebben sinds oktober een van de kinderen aan boord gehad. Erg gezellig en veel plezier aan- en meebeleefd bij de oversteken maar ook fijn zo meteen de boot weer voor onszelf te hebben.

Na al het opruimen, de aankomst van Lisa, het inklaren en de Covid-test wordt het tijd om Suriname te verkennen. Het zal blijken dat Suriname een land is met vele gezichten. Het land is mooi, de mensen zijn over het algemeen heel vriendelijk en behulpzaam (behalve de mevrouw bij de vreemdelingendienst die mijn verblijfsvergunning moest verlengen :)), het eten is lekker maar het land is ook verwaarloosd, corrupt en de mensen vaak arm.

De Surinaamse onafhankelijkheid in 1975 was een controversiële. Zowel vanuit Nederlands als Surinaams standpunt was het complex. Door internationale druk en anti-koloniale sentimenten stond de Nederlandse regering onder druk om Suriname haar onafhankelijkheid te geven. Binnen Suriname was de situatie zo mogelijk nog complexer en was er niet of nauwelijks een meerderheid voor onafhankelijkheid op korte termijn. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een overhaast proces en slechte voorbereiding van het land op haar zelfstandigheid. Voor en direct na de onafhankelijkheid vertrokken veel vaak goed opgeleide Surinaamse Nederlanders naar Nederland. Bovendien vertrokken ook Nederlandse bestuurders en ondernemers zeer snel na de onafhankelijkheid uit Suriname. Hiermee de Surinamers aan hun lot overlatend. Dit heeft geleid tot zowel een politieke als economische wanorde met als triest hoogtepunt de staatsgreep door Bouterse c.s. in 1980 waardoor Suriname verder in een internationaal isolement belandde en opportunisme en eigenbelang in de overheid de overhand kregen.
Wat nu rest is een bevolking die, wederom teleurgesteld in hun nieuwe president Santokhi, een gelaten houding aanneemt en geen initiatieven neemt om hun situatie van onderaf te verbeteren. De verwachtingen waren na vele jaren Bouterse en NDP-bestuur hoog gespannen. Helaas is het nepotisme ook in de huidige regering volop aanwezig en wordt er vooral goed gezorgd voor eigen vrienden en familie. Die gelatenheid uit zich m.n. in het feit dat de bevolking het gebrekkige onderhoud van de infrastructuur en gebouwen, het vuilnis in de openbare ruimte en de armoede en gebrek aan economische vooruitzichten vooral wijten aan de overheid. Corruptie en geldgebrek binnen en buiten de overheid worden bovendien in de hand gewerkt door het feit dat vrijwel uitsluitend met contant geld wordt afgerekend waardoor geldstromen onduidelijk zijn en buiten het zicht van de belastingdienst en justitie blijven. Wanneer je de bevolking vraagt naar wat hun eigen rol zou kunnen zijn in de opbouw van het land dan volgt vaak het antwoord dat de overheid daarvoor moet zorgen. Enorm jammer want Suriname is rijk aan grondstoffen en enorm vruchtbaar en ondernemerschap en eigenaarschap nemen zou voor velen een betere toekomst kunnen opleveren.
Na de onafhankelijkheid ging het door corruptie en gebrek aan management snel bergafwaarts met de vele plantages. Wat nu rest zijn veelal verwaarloosde of inmiddels door de jungle herwonnen plantages. Waar vroeger cacao, koffie, suikerriet, rijst en dergelijke volop werden geproduceerd, is het land nu aangewezen op de import van vrijwel alle levensbehoeften en zijn de prijzen in de supermarkten op Nederlands niveau of hoger. Dus onbetaalbaar voor velen. Lokale groente en vers fruit zijn tegen zeer lage prijzen wel goed verkrijgbaar bij de vele stalletjes langs de weg. De verdiensten hierop zijn dan echter weer dermate laag dat het welstandsniveau van de ondernemer er nauwelijks op vooruit gaat.
Het wachten is op een overheid die gaat werken aan het welzijn van het land of zoals een van de gidsen het verwoordde: “Hopelijk krijgen we een keer een leider die meer van het land houdt dan van zichzelf…”.

Tot zover de kritische noot over het mooie land en haar vriendelijke en trotse bevolking. Aan mogelijkheden van uitstapjes geen gebrek in Suriname. Naast de mooie natuur is er ook veel historie die de moeite waard is om verder te onderzoeken. Waterland Marina ligt alweer een stuk de rivier op en openbaar vervoer in Suriname is niet geweldig. Een auto is daarom geen overbodige luxe. De hele periode in Suriname hebben we een huurauto, four wheel drive, gehad van Rishi Car Rental. De kosten: € 15,- per dag!

Een paar dagen na ons arriveert de Ålskling met Hugo en Inge. Vlak na hen arriveert ook de Pantera met Mullie, Nobilé en Ingo. Zij waren gelijk met ons vertrokken uit Kaap Verdië maar hadden een tussenstop gemaakt in Frans-Guyana. Met Pantera en Ålskling zullen we de komende tijd veel optrekken.

Janjjorem, Pantera en Ålskling naast elkaar in Waterland Marina

Kerstmis en jaarwisseling op Waterland
Ook dit jaar zijn de activiteiten door corona beperkt. Op eerste kerstdag genieten we van heerlijke cocktails en een uitstekend buffet in het restaurant van de jachthaven. De dames in de keuken en de huishouding zetten weer een topprestatie neer met het buffet, de taart voor elke boot op kerstavond en de bediening! De sfeer was prima en het restaurant, ondanks dat we maar met drie boten in de haven liggen, goed bezet met lokale bevolking.


Tweede kerstdag hebben we een steiger BBQ georganiseerd. Iedereen heeft wat ingekocht en het belooft een uitstekende middag te worden. Ingo toont zich een ware grill master en zorgt, ondanks de beperkte BBQ-capaciteit (1 Cobb en 2 wegwerp BBQ’s) voor een goede productie. Gezien het weer in de ochtend hebben we vol goede moet de steiger aangekleed met stoelen en tafel. Het was natuurlijk wel regenseizoen en ondanks ons geloof in een prachtige middag, spannen we onze oude genua over de palen van de drijvende steigers want je weet tenslotte maar nooit. En jawel, direct na het eerste drankje vallen er een paar druppels. Niet getreurd, gewoon doorgaan alsof er niets aan de hand is. Of toch… In de verte komt een grijze muur van water onze kant op en de wind trekt stevig aan. De genua blijkt onvoldoende beschutting te bieden. We breken razendsnel een deel van de spullen op om te voorkomen dat deze òf wegwaaien òf wegspoelen en we zetten de BBQ in een mini configuratie voort d.w.z. de heren gegroepeerd als bierdrinkend regenscherm om Ingo heen die onverstoorbaar blijft produceren. Uiteindelijk regent het de hele middag door maar was het toch nog een gezellige tweede kerstdag.


Daags na kerstmis gaan Joris en Lisa van boord en nemen hun intrek in een van de huisjes op het resort. Omdat in Suriname de avondklok weer is vervroegd naar 21 uur en alle activiteiten in Paramaribo als gevolg van corona zijn geschrapt moeten we zorgen voor lokaal vertier. Het huisje van Joris en Lisa breng uitkomst. We besluiten met de groep zeilers tot een avondje eten en drinken aldaar. Iedereen verzorgt iets te eten en te drinken en we maken er een gezellige avond van. Noël bezorgt bovendien een flinke hoeveelheid prima oliebollen van zijn bakker in Paramaribo wat nog eens een extra Nederlands tintje aan oud en nieuw geeft. Mullie heeft bovendien nog vuurwerk ingekocht wat om middernacht, tezamen met een aantal flessen champagne, het feest compleet maakt. Helaas dus niet het spraakmakende oud en nieuw in Paramaribo maar toch een leuke avond met zeilers onder elkaar.

Bigi Pan
’s Morgens vroeg opgestaan om in konvooi de ruim 260 km lange autorit naar Bigi Pan te beginnen. Bigi Pan betekent het grote meer. Het is een waterrijk gebied in de provincie Nickerie en broedplaats voor vele vogels waaronder de rode ibis, pelikanen en flamingo. In het moerasgebied aan de buitenranden vind je veel reptielen zoals slangen en kaaimannen. Gelukkig is het droog waardoor de kuilen in de wegen goed zichtbaar zijn. Het manoeuvreren rond de gaten in de weg en het links rijden vergt enige gewenning. Het eerste stuk valt de kwaliteit van de wegen nog mee. Wel is het zoals elke morgen druk rondom Paramaribo maar zodra we op de oost-west verbinding zijn aanbeland gaat het vlot. Tot we de brug over de Coppename Rivier over zijn en het meer op rally rijden gaat lijken met als hoogte punt 20 km gravel wegdek. De totale tocht kost ons ruim 4 uur waarna we aankomen bij de Nickerie Rivier waar het overstappunt van de korjalen naar Bigi Pan is.

Een stukje stroomopwaarts nemen we de afslag naar het Jamaer Canal waar de korjaal over een dijkje moet worden gesleept wat het kanaal afscheid van de rivier.
Het kanaal zelf is omringd door jungle en her en der versperren ongevallen bomen een deel van de doorgang. Tientallen jaren geleden is de tilapia uitgezet in het meer en helaas is deze invasieve soort druk bezig de rijke oorspronkelijke vis variëteit te verdringen. Regelmatig springen deze vissen naast of zelfs in de korjaal. Het kanaal mondt uiteindelijk uit in het grote meer. Direct in het begin van het meer zijn op diverse plaatsen lodges op palen gebouwd. Ook hier zijn de sporen van de Coronapandemie zichtbaar. Door het instorten van het toerisme is een groot deel ervan inmiddels in onbruik geraakt en het geheel vertoont een verlaten en vervallen indruk. Een stukje verderop staat ons verblijf voor de komende dagen, het Akiro Overwater Resort. Dit eco-resort is vrij nieuw en is gebouwd in de vorm van een vis.

We worden ontvangen met een drankje met kokos en maïzena, de Surinaamse Dawet. Je moet ervan houden maar in ieder geval was het zoals alles in het resort ecologisch verantwoord. Aangezien alles moet worden aangevoerd over water wordt er zoveel mogelijk lokale ingrediënten in de keuken gebruikt en wordt er bijvoorbeeld volop tilapia gevangen waarmee gelijk een bijdrage wordt geleverd aan het herstel van het natuurlijk evenwicht in de visstand. De lodges zijn ruim en voorzien van een balkon en eigen douche en toilet, uiteraard met alleen koud water. Sommigen van ons hadden zich verheugd op een lekkere lange douche na het Spartaanse verblijf aan boord maar het (echt) koude water zorgt er in ieder geval voor dat het waterverbruik in Bigi Pan zeer beperkt blijft.
Na een drankje en lekkere snacks gaan we in een aantal korjalen het water op richting het moerasgebied. Tegen zonsondergang trekken hier groepen rode ibissen over richting de kust waar ze overnachten. Een prachtig gezicht en uniek in de wereld. Het is bijzonder hoe de schippers hun weg tussen de onderwater staande boomstronken en de ondiepten weten te vinden. Het leert me ook wat minder bang te zijn voor het de grondraken met de buitenboordmotor, die blijken veel meer aan te kunnen dan wij cruisers denken. Regelmatig raakt de schroef een obstakel onder water maar we varen rustig door.


Bij terugkomst is het tijd voor een sun downer en genieten van een mooie zonsondergang. Tegelijkertijd is dat het moment dat je wordt opgevreten door zwermen muggen. Het ondiepe zoete water is de ideale plek voor muggenlarven om zich te ontwikkelen en dat doen ze in enorme aantallen. Deet, Tropical Bush, wierook, alles wordt uit de kast getrokken om het aantal muggenbulten te beperken. Voor velen helaas met beperkt resultaat. Gelukkig schijn ik wat minder smakelijk te zijn en blijven mij de ergste bulten bespaard i.t.t. Annette die pas op Grenada zal herstellen van de opgelopen schade. Inmiddels zijn er een groot aantal tilapia’s boven water gehaald en nog snel aan het heerlijke buffet toegevoegd. Naast ons groepje van 3 jachtbemanningen is er nog slechts één groep Surinaamse gasten. De capaciteit van het resort is de afgelopen maanden nog niet voor 5% benut. We bewonderen het enthousiasme dat de gidsen en personeel ondanks de gevolgen van de Coronapandemie ten toon spreiden.
Na het diner is er de mogelijkheid om wederom, nu gewapend met een goed zaklantaarn, in de bootjes te stappen opzoek naar slangen, kaaimannen en andere nachtdieren. Niet ieders piece of cake dus met een wat kleiner clubje duiken we het pikdonkere meer op. In het begin vinden we weer vooral muggen en wordt er een rookscherm van wierook om de bootjes opgetrokken. Uiteindelijk wordt na goed zoeken door een van de gasten een jonge anaconda uit een overhangende tak gepakt. Het dier laat zich vrij makkelijk vasthouden en wordt na een uitgebreid verhaal door onze gids weer netjes in zijn omgeving teruggezet. Verder op zoek naar een kaaiman. Deze vinden we uiteindelijk in het kanaal waar we vanmiddag over naar het meer zijn gevaren. Voor dat wij het dier zagen stond onze gids al tot zijn knieën in het water en vangt hij de jonge kaaiman. Er volgt een uitgebreide toelichting over de gewoonten van het dier en zijn leefomgeving. Net als bij veel andere reptielen uit deze familie komt er, wanneer je het dier op zijn rug draait, bij de kaaiman een stofje vrij in zijn hersenen waardoor hij zichzelf bedwelmt. Dus mocht je ooit worden belaagd……


In de ochtend van dag twee gaan we het meer op richting de zuidkant van het meer. Her en der steken de restanten van bomen boven het wateroppervlak uit en zien we de verschillende vogelsoorten. Die stuk voor stuk uitgebreid worden toegelicht. Ook horen we dat het gebied de laatste 30 jaar steeds verder is veranderd. De restanten van de bomen waren destijds nog volop groen maar door ernstige verzilting en slecht waterbeheer sterven er steeds meer bomen af. We eindigen de tocht door een gebied wat nog volledig intact is en ongekend mooi en ongerept.

Ter afsluiting genieten we nog van een heerlijke lunch alvorens met de korjalen terug te worden gebracht naar ons vertrekpunt aan de Nickerie Rivier.
Wij vinden Bigi Pan een absolute aanrader. Heerlijke lodges, prima eten, deskundige en enthousiaste gidsen en unieke natuur. Met zo af en toe een kritische noot richting onze, de bacra, rol in de geschiedenis van het meer.

Fort Nieuw Amsterdam en Mariënburg
Het fort is gebouwd in de 18e eeuw nadat de Fransen een succesvolle aanval op Fort Zeelandia hadden uitgevoerd. Fort Nieuw Amsterdam ligt op het punt waar de Suriname Rivier en de Commewijne Rivier samenvloeien. Het is gebouwd in de vorm van een vijfhoek met bastions op de punten. Helaas bleek de bodem op de gekozen plek erg slap te zijn waardoor de bouw tegenviel en uiteindelijk voor aardenwallen in plaats van dikke stenen muren is gekozen.

De wallen zijn nog volledig intact en bieden een mooi uitzicht over de rivieren. Een mooie plek voor een BBQ en een geliefde visstek waar met grote regelmaat een zeewolf wordt opgevist. Binnen het fort staan nog diverse houten gebouwen en er is een (helaas tijdens ons bezoek gesloten) openluchtmuseum met voorwerpen uit de geschiedenis van het fort. Heel succesvol is het fort in de verdediging niet geweest want het is in 1799 vrij eenvoudig door de Engelsen ingenomen en net als de rest van Suriname tot 1816 onder Engels bestuur gebleven. Met de ruil van Nieuw Amsterdam (het huidige New York) kwam Suriname weer in Nederlands bezit. In de tweede wereldoorlog is het fort door de Amerikanen versterkt met scheepsgeschut ter verdediging van de, verder naar het binnenland gelegen, bauxiet mijnen die cruciaal waren voor de aluminiumproductie voor onder andere de militaire vliegtuigen. Er is overigens nooit een schot op een vijand gelost. De enige Duitse actie in Suriname is het laten zinken van een vrachtschip op de rede van Paramaribo in de hoop de vaargeul van de Suriname Rivier te blokkeren en zo het bauxiettransport te verhinderen. Helaas voor de Duitsers lag het schip net naast de vaargeul en heeft geen rol van betekenis gespeeld. Tot op de dag van vandaag is het schip nog niet geborgen en nog steeds onderwerp van discussie tussen Suriname en Duitsland over wie voor de berging moet betalen. Suriname ziet het als een oorlogsdaad en vindt dat om die reden de bergingskosten voor Duitsland zijn. Duitsland houdt vol dat het een commercieel vaartuig is wat “toevallig” daar is verongelukt en derhalve de Duitse staat niet aansprakelijk is voor de te maken kosten. Een interessant stukje naoorlogse politieke schermutselingen. Na de tweede wereldoorlog is het fort nog geruime tijd in gebruik geweest als gevangenis.


Na het bezoek aan Fort Amsterdam zijn we doorgereden naar Mariënburg. Hier stond de laatste operationele suikerrietplantage en suiker- en rumfabriek van Suriname. De plantage is opgezet halverwege de 19e eeuw en later verbouwd tot koffieplantage. Uiteindelijk is de plantage verlaten en in bezit gekomen van de Nederlandse Handel Maatschappij die er weer een suikerrietplantage en suikerfabriek vestigde. Inmiddels was de slavernij ook in Suriname afgeschaft en werden, onder valse voorwendselen, Javanen geronseld om op de plantage en de fabriek te werken. De werkomstandigheden waren zeer slecht en het management trad bruut op tegen de werknemers. Uiteindelijk was dat in combinatie van het misbruiken van een van de vrouwen door de directeur (#metoo) aanleiding voor een opstand die door het Nederlandse leger is neergeslagen en 12 arbeiders het leven kostte. Een monument bij de ingang van het oude complex verwijst hiernaar.


De fabriek is later uitgebreid met een destilleerderij voor de productie van rum en werd overgenomen door N.V. Rubber Cultuur Maatschappij Amsterdam die verantwoordelijk was voor de productie en levering van melasse aan Suriname Alcohol Beverages (SAB) die hieruit Mariënburg Rum produceerde. Dit was een uitstekende prijswinnende rum die helaas met het sluiten van de plantage en de fabriek in 1987 verdwenen is. De sluiting van de fabriek is een gevolg van mismanagement na de onafhankelijkheid in 1975. Gebrek aan onderhoud deed uiteindelijk de fabriek de das om. Een economische tragedie voor de omgeving aangezien de fabriek een van de grootste werkgevers in de omgeving was. De gronden van de plantage zijn op niet geheel transparante wijze verdeeld onder een aantal vrienden van het toenmalige regime Bouterse.


Als je Mariënburg bezoekt dan staan er vlak bij de oude toegangspoort altijd wel een aantal mannen die je een rondleiding willen geven. Kies dan voor een van de ouderen. Veelal zijn dit nog oud-werknemers die enthousiast vertellen over de roemruchte geschiedenis en je meenemen in de, inmiddels volledig door de jungle overwoekerde, fabriek.

Degene die ons rondleidde stapte voor de rondleiding nog even snel op zijn brommertje om thuis fotoboeken en andere informatie uit de tijd van de plantage op te halen. Ruim 1,5 uur later stonden we toch wel enigszins onder de indruk van zijn verhaal weer bij de auto.
Mariënburg is absoluut een bezoek waard!

Paramaribo en Fort Zeelandia
Hiervoor hebben we in totaal twee dagen uitgetrokken, naast een aantal gerichte bezoekjes tussendoor. Paramaribo ligt ca. 45 km van de Waterland Marina. Een afstand van niets maar door de drukte rondom de stad moet je er toch wel een klein uurtje voor uittrekken om in het centrum van de stad te komen.
Paramaribo staat op de werelderfgoedlijst van Unesco maar was daar een paar jaar terug bijna vanaf gekukeld door het gebrek aan onderhoud aan de historische gebouwen en de infrastructuur. Over dat laatste kunnen we kort zijn: de wegen zijn zonder uitzondering beroerd! Mijn herinneringen, stammend uit mijn lagere schooltijd met mooie filmpjes en foto’s bij “meester” Schotanus waren die van een mooie levendige stad met palmbomen. Hoe anders is dat nu. De gebouwen zijn er nog steeds en worden gelukkig nu stukje bij beetje gerestaureerd waardoor ze de vroegere grandeur weer beginnen uit te stralen.

Helaas is vanuit onderhoudsbeperking vrijwel alle groen uit de stad verdwenen. Door het gebrek aan schaduwplekken behoort Paramaribo daarom tot een van de warmste steden ter wereld. Levendig is de stad op sommige plekken nog steeds maar de straatventers van vroeger met schaafijs en dergelijke zijn uit het straatbeeld verdwenen en net als in andere steden zijn de vooraanzichten van de winkels er niet fraaier op geworden. Daarnaast is men erin geslaagd om naast mooie historische gebouwen plompverloren lelijke nieuwbouw te realiseren en die ook vervolgens niet meer te onderhouden. Het geeft het geheel een wat povere indruk. Maar toch, op een bepaalde manier heeft Paramaribo zijn charme en zijn er nog volop plaatsen waar het goed toeven is. De gerenoveerde panden zijn een lust voor het oog en er zijn diverse plaatsen waar je kunt genieten van de drukte, het uitzicht over de rivier of verborgen restaurantje. Uiteindelijk kun je er makkelijk een dag rondzwerven door de straten met onmiskenbaar Nederlandse namen zoals de Domineestraat, Van Sommelsdijckstraat, Wilhelminastraat enzovoorts.
Illustratief voor de Surinaamse samenleving is de manier waarop de verschillende bevolkingsgroepen en godsdiensten, hoewel goed individueel herkenbaar, met elkaar samenleven. Het mooiste voorbeeld staat. In Paramaribo waar twee totaal verschillende maar mooi onderhouden gebouwen naast elkaar staan. De moskee en de synagoge delen zelfs de parkeerplaats. Een mooi voorbeeld voor elders in de wereld. De synagoge is op afspraak toegankelijk en de rijke joodse geschiedenis in Suriname is de moeite van een bezoek waard.

Zo ook de Sint Petrus en Pauluskathedraal. Een van de grootste volledig houten gebouwen ter wereld en inmiddels nagenoeg volledig gerestaureerd. Een mooi contrast met het naastgelegen pand van de Surinaamse Bank.

Loop je verder door richting de rivier dan kom je op het onafhankelijkheidsplein met het oude paleis van de gouverneur wat nu het presidentieel paleis is. In de straten boven het plein waan je je in Middelburg. Hier vind je de weinige volledig in steen opgetrokken typisch Nederlandse gebouwen terug.

Loop je door langs het presidentieel paleis dan stuit je op de Nationale Assemblee en iets links daarvan kom je aan bij Fort Zeelandia.
Fort Zeelandia stamt uit het begin van de 17e eeuw toen de eerste kolonisten zich daar vestigden. Later veroverd door, ook weer, de Engelsen en uiteindelijk in 1667 veroverd door Abraham Crijnssen, een Zeeuw en naamgever van het fort. Toen is het huidige fort, met de onmiskenbaar Nederlandse architectuur, ontstaan. Rondom het fort vind je een aantal bijzonder fraaie houten gebouwen en is er nog de nodige schaduw onder de overgebleven oude bomen.

Het fort is mooi gerestaureerd en herbergt een museum wat stapsgewijs de Surinaamse geschiedenis behandelt. Eindigend met een triest hoogtepunt op een van de bastions waar de december moorden van 1982 plaatsvonden. Overigens is het fort in haar geschiedenis veelvuldig gebruikt voor martelingen en executies. Met name veel slaven zijn hier verminkt of hebben het leven gelaten. Het is verbazingwekkend dat veel van de straten in Paramaribo nog zijn vernoemd naar Nederlandse gezaghebbers die zich, op zijn zachtst gezegd, niet altijd van hun beste kant hebben laten zien.

Ter voorbereiding op een bezoek aan Fort Zeelandia of eigenlijk aan heel Suriname is het interessant om het boek van Anton de Kom “Wij slaven van Suriname” te lezen. De ironie wil dat tijdens onze tijd in Suriname het ouderlijk huis van Anton de Kom, toch een van de bekendste Surinaamse schrijvers, is ingestort door gebrek aan onderhoud.

De jungle
Een van de hoogtepunten is het bezoek aan het jungle resort Dan Paati. Van hieruit is het mogelijk om de schoonheid en ongereptheid van de Surinaamse Amazone volop te ervaren. De dag begint met een vroege autorit van ca. 165 km naar Atjoni. Dit ligt stroomopwaarts van het Brokopondo meer en is het “centraal station” voor de korjalen die je verder het regenwoud inbrengen. Tot mijn verbazing bleek de weg naar Atjoni naast bijzonder fraaie natuur ook uitstekend asfalt te hebben en duurde de reis aanzienlijk korter dan de voorspelde 3,5 uur. Vanaf Atjoni gaat alles dieper Suriname in per boot. Zelfs zwaar transport gebeurt met korjalen waarbij constructies van verschillende korjalen samengebonden niet worden geschuwd.
Het is een enorm kleurrijk komen en gaan van korjalen en de bedrijvigheid is leuk te volgen vanaf het restaurantje bij de aanlandingsplaats.

Vanuit Dan Paati is er een korjaal gecharterd die ons in een ca. 3 uur durende tocht naar het resort zal brengen. Ons is in dat geval de Israelische bemanning van de Pegah (Danit, Dorit en Ilan) en twee surinaams/belgische gasten. Annette is er helaas niet bij maar geniet van een bezoek aan Nederland. Wij zijn de zes gasten die, als eersten dit jaar, de bezetting van het resort, geschikt voor 48 gasten, zullen vormen de komende dagen. Wederom een triest gevolg van de Coronapandemie. De impact hiervan op het toerisme is in heel Suriname enorm.
De tocht met de korjaal is ronduit spectaculair. Met een enorme kennis van de rivier en indrukwekkende stuurmanskunst loodst de schipper ons door de stroomversnellingen. Onderwijl speurt hij de oevers ook nog af naar bijzonderheden en hij spot zowaar een grote anaconda op een tak over het water. Een mooi begin van een meerdaags bezoek aan de jungle.
Dan Paati wordt gerund door een stichting en de opbrengst van het resort komt ten goede aan het dorpje Dan, wat tegenover het resort aan de oever van de rivier ligt. Paati betekent overigens eiland. Het resort ligt dan ook op een eilandje in de rivier voor het dorp. Een mooi groeneiland met daarop een aantal eenvoudige maar comfortabele lodges.

De medewerkers van het resort spreiden ook hier een enorme gastvrijheid ten toon en eten en drinken zijn er in overvloed en van prima kwaliteit. Het eiland huisvest een grote kolonie nieuwsgierige aapjes. Zittend op je balkon kan het zomaar zijn dat je op een paar meter afstand vanuit een boom wordt bespied. Toon je een banaan dan zitten ze in no time op je balkon om je deze afhandig te maken. Leuk, maar het is niet de bedoeling om ze te domesticeren. Dus niet voeren!


Vanuit het resort zullen we de komende dagen de jungle intrekken, het dorp bekijken en uitgebreid leren over het leven en de gebruiken van de dorpsbewoners, inclusief een avondbezoek met traditionele zang en dans.

De laatste dag maken we een kanotocht over de rivier en worden we na de lunch teruggebracht naar Atjoni. Het wordt allemaal te veel om te beschrijven dus geniet van de onderstaande foto’s.

Afscheid van Suriname en Waterland
Na een verblijf van 7 weken in Waterland Marina en Resort is het tijd om door te gaan. De tijd hier is voorbij gevlogen. We hebben genoten van de gastvrijheid, de tips over Suriname (zie http://www.groenroodwit.nl van onze Rotterdamse buurman René Hoeflaak), de behulpzaamheid bij het oplossen van “toeristische ongemakken”, het lekkere eten in het restaurant in de weekenden en de mooie omgeving van het resort. De natuur is er prachtig en je kunt er een behoorlijke hoeveelheid dieren spotten. De luiaards, aapjes, kaaimannen, hagedissen in allerlei kleuren, nestelende kolibries, toekans, papagaaien etc. allemaal rondom je bootje te vinden.

Bedankt Noël, als een vraagbaak voor vrijwel alles en hulp bij ongemakken. Bedankt Marion en Claudia van de huishouding, jullie staan altijd klaar om de was te doen en voor gezellig kletspraatje in de vroege ochtend. Bedankt Donovan en je keuken- en bedienend personeel, jullie zijn supervriendelijk en behulpzaam geweest.


En last but not least, bedankt Suriname en de Surinamers het was top het land beter te leren kennen en te genieten van alles wat het te bieden heeft!

9 gedachten over “Suriname, een land met vele gezichten

  1. HEEL LEUK OM VAN HET GENOT TE LEZEN WIJ ZIJN OOK 2 WEKEN IN CURAZAU EN ARUBA GEWEEST NIET HETZELFDE MAAR DE ZELDE GESCHEIDENIS EN WILDE DIEREN . NOG EEN GOEDE REIS,EN WE HOREN EN LEZEN WEL WIM EN TRUDIE

    Sent from Mail for Windows

    ________________________________

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: